vrijdag 25 oktober 2013

Weer een stapje dichter (naar de perfectie)

Bon, dan rij je een paar dagen rond met je nieuwe randonneur (tot mijn grote tevredenheid overigens!), en dan zie je weer dingen die kunnen worden veranderd. Verbeterd. Geperfectioneerd.

Ik had dan wel originele remblokjes van Mafac gemonteerd, maar men kon mij vanop 500 meter horen remmen! Piepen als zot! En de velgen kregen al meteen een vuile zwarte streep op het remvlak. 

Ik had al eens gelezen over remblokjes van Kool-stop. Die zouden beter remmen, en ook de velg wat meer sparen. En de leuke zalmkleur is een meegenomen detail. Deze fiets mag een beetje uit de band springen.


Zoals zovele malen brachten mijn Belgische zoektochten niets op, en was ik weer genoodzaakt om mijn heil te zoeken bij Marten van M-gineering in het verre Friesland. Daar lagen ze gewoon op het rek op mij te wachten.


Qua maatvoering zijn ze gewoon perfect: gewoon in de houder schuiven, en klaar!



Tijdens de eerste proefrit lieten ze nog wat geluid horen. Misschien deden ze dat om mij niet te hard te bruskeren? 

In elk geval had ik na een paar ritten redelijk veel geluidloze remkracht. Niet te vergelijken met de Magura HS33 op mijn Cannondale, maar genoeg voor een normale rijstijl.



Op de voorrem had ik al een verstelschroef kunnen monteren om de remkabel makkelijk aan te spannen, maar voor de achterkant had ik nog geen aanpassing gedaan. Zo 'n regelboutje is toch makkelijk om de remmen los te maken.

Ik zag op internet dat Surly een heel mooie minimalistische kabelstopper in zijn gamma heeft. En L' Expres in Antwerpen zou een Surly-dealer zijn? Makkelijk, één telefoontje zou volstaan. 

Even diep ademhalen (die van L' Expres zijn nogal arrogant: als je er niet meteen 3000 euro achterlaat, ben je geen vriendelijk woord waard. En zelfs dan weet ik het nog niet: ik heb er nog geen fiets gekocht) en dan maar het nummer getikt.... Ik vraag op mijn vriendelijkst naar die kabelstopper, en krijg meteen te horen dat ze die (natuurlijk) niet op voorraad hebben, en dat ze voor zoiets kleins ook niet meteen gaan bestellen. En als ze dat al zouden doen, is er een levertermijn van toch wel een paar weken.
Na dat antwoord kan ik ook niet meer vriendelijk zijn, en ik meld kortaf dat ik het op internet weet te vinden, en dat ik het dan daar wel zal bestellen.
Man, ben ik blij dat ik niet meer in die winkel moet zijn... Alles op mijn Cannondale is zodanig aangepast dat ik in elke fietswinkel terecht kan.

Een paar klikken verder op mijn computer is het al beklonken: de kabelstopper komt rechtstreeks uit Nederland hierheen, van de jongens van Singlespeed.nl.
Vriendelijke kerel (altans per mail), en drie dagen later is het kleinood geleverd! 



Hieronder is de halve paperclip al gemonteerd. Ik vind het mooi, gestileerd, minimalistisch, en ook nog functioneel. Weer een stapje dichter richting perfectie!



Zo weet ik weer even niets meer dat nog kan/moet verbeterd worden. 

Now.... just ride! Als het weer het nog een beetje toelaat...

zondag 6 oktober 2013

New In (my garage)Box: Libéria randonneur


Today I finished the restoration of a 1950 's Libéria randonneur. It turned out a little different than you would expect from a restoration: it 's more like a complete make-over.


In case you forgot: this was the original!





But I 'm thrilled to see that it meets all of my expectations. Every part on it is exactly what I wanted it to be. 



As you can see, there are some differences between the two nephews: the old one has a slightly sloping top tube. Yet the frame height is exactly the same. The top tube also has the same length. Wheels are completely the same.

So why did I start another project? Well first of all because I 'm too restless, and secondly because the Libéria has a different frame geometry: as you can see below I don 't have any toe-overlap anymore!

The front fork has a bit more rake, resulting in a more relaxed driving behaviour.



Once again I chose the Brooks Swift saddle because it 's a really fine piece of leather. But I went for the titanium one this time. It weighs 100 grams less than the steel one!! Waaw, that should make a real difference... ;-) No, I 'm no weight-weenie, but I didn 't want to be held back by the price of it. Of any part, actually.

The spots are because of the gallon of horse saddle grease I applied to the underside to soften the leather. Slowly but surely the whole saddle will turn brown. And softer of course. Then again, it will take some 1.000K before my sitbones will have left an impression. The brown Swift has done more than 2.000K, and you can only see slight traces of breaking in. But I can easily ride more than a 100K on it without any discomfort.







The nobs on the handlebar maybe look a bit funny, but they really make a difference in comfort while riding long distances. I can now hold my hands different positions without sliding forward. 



Big wheels against a big foot tree.





I 'm really pleased with this bike. I hope it will be my companion for many many miles...



vrijdag 6 september 2013

Antwerpen - Alpe d' Huez op twee wielen

Klik op de foto 's voor groter formaat! Ik zeul die zware kodak niet voor niks mee hoor...



In 2012 was het er niet van gekomen om een fietsvakantie te doen. In oktober had ik nog snel snel een vierdaagse trip gedaan van Antwerpen over de Ardennen naar Luxemburg, maar dat was louter bedoeld om te vermijden dat het knagende gevoel zou opspelen.


2013 was dus het jaar waarin alles zou worden goedgemaakt. Ik had veel bestemmingen overwogen, veel reisopties bekeken, en het probleem was uiteindelijk dat er gewoon teveel keuze is. 
Omdat ik er tegenop zie om teveel te zeulen met fiets op trein, tram en vliegtuig, besloot ik om opnieuw gebruik te maken van de fietsbus van Cycletours. Dat had ik drie jaar geleden tot mijn grote gemak ook al gedaan om vanuit Midden-Frankrijk terug te keren.

De bestemming, Alpe d' Huez bepaalde ik uiteindelijk door (gebrek aan) tijd af te wegen aan bereikbare doelen. Het moest zowiezo een langere rit dan ooit tevoren worden. Ik weet ook niet waarom, maar het moet almaar meer zijn. Benieuwd wanneer ik het omslagpunt zal bereiken... Maar mijn vakantieverlof is slechts beperkt voorradig, en ik vind ook niet dat ik mijn gezin voor langere periodes aan haar lot kan over laten. Het compromis werd dus een kleine twee weken. Op twee weken fiets je zowat 1.000 kilometer. En wat bood zich dan aan: een rit tot in de Alpen. Dat sprak mij wel aan. En voila, gedaan met wikken en wegen en schrappen! Het doel was gezet.


Het ros is weer gepakt en niet gezakt.


Dag 1: Antwerpen - Namen 122km



Op woensdag 19 juni vertrok ik, net nadat een ferme regenbui was langsgetrokken. Ik zette meteen de achtervolging in, maar niet met het doel om de buien in te halen. Zoals jullie weten zal het voorjaar van 2013 ingaan als één van de koudere, en zelfs tot half juni waren de temperaturen niet om in de zon te gaan liggen. 


Het eerste stuk tot ver achter Mechelen was bekend terrein langs de wereldberoemde Vlaamse knooppunten.

Op een eerste idyllische plekje haalde ik mijn camera boven. Vol vertrouwen drukte ik af, en keek meteen naar het display om het resultaat te aanschouwen. Maar het enige dat ik te zien kreeg was "Geen geheugenkaart"!!

Doeme toch, sd-kaartje in de pc laten steken nadat ik het had leeggemaakt!! Lap, na een uurtje al een eerste item dat ik vergeten was... In Sint-Katelijne-Waver vond ik een gsm-winkel die mij gelukkig kon depanneren.
Gewapend met 16 gigabyte in de lader reed ik verder richting zuiden.



Na het golvende Hageland kwam Hoegaarden in zicht. Hier eindigde het knooppuntendeel, dat naadloos overging in de Waalse Ravel 2 richting Namen. Mooi, kan je zeggen, dat de Walen een oude spoorwegbedding benut hebben om een fietsverbinding aan te leggen, maar ik vind het nogal eentonig om een paar uur lang op een recht stuk te rijden. En dan werden die rechte stukken continu onderbroken door fietssluizen die moeten verhinderen dat er verkeer met meer wielen op zou komen rijden. Wat wel fijn is aan een spoorlijn, is de geleidelijke stijging. Namen ligt tenslotte al een beetje hoger op onze Belgische pannenkoek.


Klaverblad van twee fietsnetwerken in Hoegaarden.


Er vielen geregeld buien. De truk was om snel het regenpak aan te trekken: dan stopte het zeker meteen na vijf minuten met regenen. Door een goede 25 graden buitentemperatuur werd mij gegarandeerd dat het regenpak langs binnen even goed plakte als langs de buitenkant.


Net voor Namen lag mijn eerste bedje al gespreid. 




Dag 2: Namen - Charleville-Mezières  133km


's Morgens zat ik al om 7u30 in het zadel, want het zou vandaag een lange en vermoeiende rit worden. Ik zat tenslotte nog een tiental kilometer boven Namen...
Het ging lekker bergaf richting centrum. Na een beetje te hebben rondgestruind door het centrum, en daarbij de stadsfietsen van Namen even te hebben bewonderd (ik vind ze mooier dan die in Antwerpen!), meende ik dat het tijd werd om de Ravel terug op te zoeken. Die slingert zich hier langs de Maas tot in Frankrijk. 





Zo gezegd, maar niet zo gedaan. Doordat ik de GPS verkeerd had laten berekenen, reed ik terug noordelijk, richting mijn hotel. Het jammere was dat ik daar pas na meer dan 5km achter kwam! Dat betekende dus weer 10 extra dagkilometers...  


De Maas in Namen


Na nog wat gesukkel in het centrum en een snel kiekje van de citadel van Namen raakte ik eindelijk op het juiste pad.





Af en toe viel er een buitje, en door de warmte van de dag ervoor was alles in een lichte waas gedompeld. Nu was het rustig kilometers malen langs de Maas. De witte silex-dals zorgden er wel voor dat het niet zonder de nodige hobbels en bobbels ging. Toch vreemd dat mensen die fietspaden aanleggen, er niet bij stilstaan dat een fiets niet zo 'n comfortabele vering heeft als een auto. Bij het minste dat een dal verzakt of omhoog steekt, bestaat de kans dat je met de band er even in blijft steken, met een kleine schuiver tot gevolg. Af en toe gebeurde dat ook, en dat maakt dat je niet altijd relaxed fietst.


Al even achterom kijken...
In Dinant - na toch al 40km - stopte ik voor een lekkere smos met hesp en kaas, die ik voor de citadel opat. Dat is wel het fijne van fietsen: je kan eten wat je wil, de caloriën raken aan het eind van de dag toch opgebruikt!


Na deze pauze was  het wel gedaan met het droge weer: het werd donkergrijs, en in mijn regenpak sjokte ik verder langs de Maas, tot aan het kasteel van Freÿr. Dat ligt prachtig vlak naast de oever van de Maas. Je ziet aan de plassen op de foto dat het geen weer was om even op het gazon te gaan liggen...


Als het regent, neem je niet veel foto 's. Je toestel wordt nat, de druppels op de lens laten wazige vlekken achter op het digitale papier... Je moet weer stoppen, die natte pet van je hoofd nemen, want door de zoeker kijken lukt anders niet. Jammer, want zo zijn bepaalde trajecten niet in beeld gebracht, en mijn geheugen laat na om blijvende herinneringen op te slaan. Daarom zijn net foto 's zo belangrijk: ze zijn de kapstokken waaraan je je gevoelens ophangt. Als ik na een fietsreis mijn foto 's bekijk, ben ik aanvankelijk altijd wat teleurgesteld. Ze geven niet weer wat ik toen gevoeld heb. Ik laat er dan een paar weken over gaan, en dan betert het geleidelijk. Na een paar maanden kan je dan heerlijk mijmeren bij al die beelden! Ik geniet geweldig van de ondertussen duizenden foto 's die ik op de screensaver van de PC op het werk heb gezet. Even een blik op de monitor, en ik ben kilometers ver met mijn gedachten! Opgelet, dit laatste is niet voor de bazen bestemd...



Na het kasteel hobbelde ik rustig verder richting Franse grens. Dat is ook altijd een kleine grote belevenis, je rijdt tenslotte op eigen kracht een ander land binnen. 


De grensovergang zelf stelde niet veel voor. Een verloren geplaatst bordje "Douane", en iets verder kon je zien hoe snel de auto 's mogen rijden. Dat was het. Maar toch kreeg ik even een onbehaaglijk gevoel, alsof het nu pas echt begonnen was. Alsof ik, als er nu iets zou gebeuren, echt alleen en zonder land zou zijn. Gelukkig ging ook dat gevoel over.




Ik trapte rustig door langs de redelijk drukke, maar mooie weg in de buurt van de Maas. Regenpak aan, regenpak uit.


Opeens kwam er een nieuwe kleur aan de hemel: blauw. Als één massa dreven de wolken ineens achter mij door, en kwam een stralend blauwe lucht tevoorschijn! Vlug dat regenpak uitgegooid, en zowaar de zonnecrème bovengehaald!



Aan het stadje Haybes pauzeerde ik met mijn laatste stukje smos en een banaan. Geef toe, met de zon erbij toch een heel ander plaatje hé?!



Op mijn weg naar Charleville passeerde ik een petanque-tornooi, en een paar mooie bossen. Mijn hotel lag volledig aan de zuidkant van de stad, en wie had er die stad ook tegen hellingen op gebouwd?!! De laatste kilometers waren een beproeving, ook al omdat die klote GPS altijd de neiging had om mij langs de meest louche banlieues te sturen. Daar kon je best niet te veel oogcontact met de niet-zo-locals maken... Alhoewel, als er al geroofd zou worden, toch niet een fiets. Want daarmee kan je niet uitpakken bij de heroïne-hoeren en bendesletten.


De laatste vijf minuten op de fiets werden nog gevierd met een kort fiks buitje. Bekaf kwam ik aan in mijn kamer. 

Waarom plan ik ook altijd van die lange trajecten in? Ik weet ondertussen dat het tegen het einde van de dag pijn doet, ook soms op plaatsen waarover ik hier niet ga uitweiden.. En je kan nergens zo kapot zitten als op een fiets. OK, liefdesverdriet is ook niet te onderschatten, maar dat doet niet zo 'n pijn aan uw g*t!


Maar goed, het was toch maar weer gelukt, en de namiddag heb ik toch mogen genieten van stralend weer. Dat maakt toch veel goed. 


Dag 3 Charleville-Mezières - Verdun 119km 


Dag drie bood zich aan zoals dag 2 geëindigd was: zwaar wisselvallig, niet meer te warm en een constante wind uit het zuidoosten. Die windrichting was nu wel de slechtst denkbare, want dat was net de richting waarin ik reed. Af en toe een streepje zon, maar de donkere dreiging was nooit veraf. 

Die fameuze donkere dreiging dus.
Vanuit Charleville liep een redelijk vlakke, rechte weg richting Sedan langs de Maas, die hier ook maar een meter of tien breed is. Ik reeds langs het dorpje Nouvion-sur-Meuse, het dorpje waar de serie "Allo allo" aan opgehangen werd. Mijn linkerknie speelde weer op. Daarvan had ik tijdens mijn lange voorbereidende ritten ook al last van. Nu dus weer... Als die knie al op dag drie moeilijk zou doen, wat zou het dan niet worden in de Alpen? Ik durf toegeven dat ik verontrust was. Het is daarom dat ik niet naar het centrum van Nouvion gereden ben, om die knie toch maar te sparen. Nu, terwijl ik dit verslag schrijf, ben ik via Google street view toch eens gaan kijken. Het dorpje was gelukkig de omweg echt niet waard. Geen enkel herkenningspunt met de serie...


Ik herinnerde mij opeens een post op het forum van De Wereldfietser, waarin een collega-fietser ook wat aan de knie had, en die had zijn zadel gewoon een stukje lager gezet. Vermits ik ook altijd redelijk hoog op mijn zadel zit (waarschijnlijk pure compensatie voor mijn kleine gestalte!), kon ik dat ook eens proberen... en raad eens? Na weinige ogenblikken was de pijn volledig weg! In het begin leek het alsof ik niet over mijn volledige krachten kon beschikken omdat ik mijn benen niet helemaal kon strekken, maar na een tijdje voelde het heel natuurlijk aan. Mooi zo, dat probleem was ook weer van de baan.

In Sedan bracht ik een blitsbezoek aan het Chateau Fort de Sedan, een versterkt kasteel boven de stad dat gelukkig gespaard werd tijdens de oorlogen. Jammer genoeg werd ik al snel weggejaagd door ellendige regenbuien.




Even verderop stond het chateau de Bazeilles op de Michelinkaart vermeld. Dat bleek dan een kasteel genre Den Brandt bij ons in Antwerpen te zijn, en nog in restauratie ook. Maar het leek erop dat die restauratie nooit zou worden voltooid. Blijkt dat het een hotel/restaurant is/was, maar nu toch niet in beste doen. En ik stond voor een gesloten poort, dus verder rijden was de enige optie.





Tot voor Verdun was de Maas mijn vaste compagnon, in voor- (zon) en tegen- (regen)spoed. Dat leverde redelijk mooie zichten op, zoals je hieronder kan zien.





Even voor Verdun in Consenvoye reed ik langs een Duits soldatenkerkhof. Dat stond zelfs niet op de kaart vermeld, en was ook een stuk soberder dan een geallieerd kerkhof. 




Een paar kilometers verder werden alle relicten en herdenkingstekens van de grote oorlog aangekondigd. Hiervoor heb ik de hele dag relatief snel doorgetrapt, om in deze omgeving iets langer te kunnen vertoeven. Hier zijn namelijk nogal wat doden gevallen in WO I, en zijn er volledige dorpen van de kaart geveegd.





Het was wel niet zo tof dat die hele site op een heuvel lag, die eerst nog moest worden beklommen. Na 100km in de benen ging dat toch niet meer zo vlot. Het eerste monument dat zich op de heuvel aandiende, was de Tranchée des Baïonettes. 




Dit was volgens de legende een loopgraaf waarin Franse soldaten met aarde werden bedolven onder het Duitse artillerievuur, het geweer met bajonet in de aanslag. Na de slag vond men op verschillende plaatsen een uitstekende bajonet terug. Bij de opgraving bleek dat er bij elke bajonet een soldaat werd teruggevonden. Een Amerikaan heeft hiervoor een overkapping van deze loopgraaf laten aanleggen. Imposant, en vooral tot de verbeelding sprekend. 





Op de top van de heuvel kwam het Ossuaire de Douaumont in zicht: een hallucinant grote herdenkingsplaats voor de vele gesneuvelde Franse soldaten. Met zijn 46 meter hoge toren boezemt dit monument ontzag in. Het gebouw zelf was op dit ogenblik net gereinigd, zodat de witte kalksteen prachtig tot zijn recht kwam. Mij deed het denken aan een vreemd ruimtetuig dat daar geland was. Wauw.



Ik heb ze niet geteld, maar er staan 15.000 kruisen opgesteld in de vlakte. Onder de tomben van het Ossuaire liggen de beenderen van zowat 150.000 soldaten. 




Aan de ingang van het gebouw stond een reeks met pictogrammen van wat binnen allemaal niet mocht, maar ik zag geen fiets met een streep door, dus wrong ik mij met mijn kompaan naar binnen. In de nissen hingen foto 's, vermoedelijk van kinderen van overledenen, die de foto van hun ouders vasthielden. Misschien is dat niet de hele waarheid, maar het is wel die van mij, want dat vind ik een mooi beeld. Het daglicht dat oranje binnenviel door de glas-in-loodramen gaven het geheel een erg weemoedige indruk. Jammer dat er hele busladingen jongeren uit half Europa rondhingen; ze verstoorden de sereniteit van het hele gebeuren. Ik herkende mijzelf wel op die leeftijd: verplichte schoolreis, saaie gids, opgedraaide leerkrachten en vooral niet doen alsof het interessant was...




Net toen ik binnen mijn ronde gedaan had, werd ik met mijn fiets naar buiten gesommeerd door een bewaker. Het hielp niet dat ik zei dat er geen verbod voor fietsen vermeld stond....


Even vanuit de hoogte poseren.

En vanuit de diepte.
Na het Ossuaire reed ik langs een paar verdwenen dorpen, zoals je hieronder kan zien. De bomkraters zijn nog aanwezig, en als je in het bos op onderzoek zou uittrekken, zou je nog overblijfselen van gebouwen zien, maar dat deed ik niet.



Het was al 18u, en ik kreeg honger, zodat ik mij nog snel naar een supermarkt haastte om proviand in te slaan. Geef toe, nog niet zo ongezond hé. Alleen die zak chips verdient een opmerking, maar goed, ik heb dan ook een hele dag gezwoegd..





Dag 4 Verdun - Nancy  120km 



Vanuit Verdun verliep de route nog steeds langs die goeie oude Maas. Ik ben van Limburg afkomstig, en de Maas is voor mij altijd een rivier geweest die van België is. Nu blijkt dat dat niet helemaal waar is, om niet te zeggen totaal niet. In elk geval bleven we nog een 30km samen tot in Saint-Mihiel, waar ik even pauzeerde om even de regenkleren te kunnen uitdoen. Want ja, het regende nog steeds met vaste tussenpozen. Ook de temperatuur was niet om over naar huis te sms-en: met een t-shirt rijden zat er niet in. Maar met een trui met lange mouwen in een regenjas is ook te warm, dus werd het een constant gejongleer met kleren langs de weg. Er werd nooit geclaxonneerd, dus het zal wel redelijk zedig gebleven zijn...

Neen, niet de Maas, maar het Canal latéral. De Maas ligt er braaf naast.
Na Saint-Mihiel verliet ik definitief de Maasvallei. Dat had twee gevolgen: één, de wind kwam nu meer in de flank, en twee, uit een vallei rijden gaat gepaard met klimwerk. Maar nu door een mooi woud, en de klim was heel geleidelijk. Op de top van de heuvel openbaarde zich een een uitzicht dat ik niet had verwacht: een vlakte met in de verte de Butte de Montsec. Deze laatste was mijn middagdoel, maar lag nog meer dan 10km van mij verwijderd.

Woinville en in de verte de Butte de Montsec.


De Butte de Montsec is een heuvel die van strategisch belang was in WO I, en die in 1918 door een volledig Amerikaans leger werd heroverd op de Duitsers. Hiervoor werden 550.000 Amerikaanse soldaten ingezet. De Amerikanen hebben er dan maar een memoriaal neergepoot dat de prestaties van de soldaten in de verf moest zetten. Het was ook weer een aardige klim, maar de beloning was navenant.











Ja, ik geef toe dat ik mijn makreel gisteren niet heb opgegeten. De zak chips had voorgestoken!
Na de Butte ging de rit verder oostwaarts richting Moezel. Voor het grootste stuk had ik nu voor de eerste keer de strakke wind schuin achter op de poep, en dat vertaalde zich in snelheden van rond de 25km/u. Zalig om eens een normale snelheid te rijden met een normale inspanning. Vermits Frankrijk geen pannenkoek als België is, waren er regelmatig kleine hellingen, maar dat was met de buitenboordmotor die de wind was niet zo 'n probleem.

Ik schrijf hier al meermaals dat het nogal hard waaide. Natuurlijk besef ik maar al te goed dat jullie lezers dat toch niet geloven, en menen dat ik weeral eens overdrijf. Hier een kleine video om te laten zien dat de wind niet alleen strak stond, maar ook zijn mooie kanten heeft:





Onderweg naar Nancy kwam ik langs een uitgestrekt militair domein gevlogen. Daar stonden miljoenen zonnepanelen opgesteld. Geen idee wie die opgewekte stroom zou consumeren, maar ik vond het toch een knappe investering van de overheid. Kunnen ze in België nog iets van leren, met al die leegstaande kazernes...



Langs kleine wegen kwam ik uiteindelijk bij de Moezel aan. Het was dan nog een 15-tal km tot het centrum van Nancy. Het vervelende van 's avonds aan te komen in een stad, is dat het dan altijd spitsuur is. Na een hele dag in de vrije natuur is in een drukke stad rijden niet altijd evident. Temeer omdat ge als fietser in een Franse stad nog altijd redelijk vogelvrij zijt. Ik dwong mij niettemin om toch eens naar de Place Stanislas te gaan, één van de mooiste pleinen van heel Frankrijk. En dan klopte ook. Qua drukte een beetje te vergelijken met de Meir op een koopjesdag. Daar bleef ik dus niet te lang wachten. 





Omdat de GPS niet echt mijn bondgenoot was, en mij constant de verkeerde richting in stuurde, besloot ik maar om mijn hotel te gaan zoeken. Vreemd genoeg - maar aangenaam - slingerde er een fietspad tussen alle op- en afritten van snelwegen, waar nog vreemder ineens een bank voor fietsers was geplaatst. Die lag tussen taluds die het geluid vrij goed tegenhielden, en ik besloot om mijn dagelijkse voorraad daar te nuttigen. Dat was ook eens wat anders dan een rustig plekje in de natuur. 

's Avonds was het tijd om uitgebreid met mijn vrouwtje te video-chatten, omdat ze die dag verjaarde. We leven op dat vlak toch in een mooie tijd hé!? Gewoon naar elkaar kunnen kijken en een babbeltje slaan... Ik had haar overdag al een digitale bloem verstuurd. Jaja, soms een beetje een romanticus ;-) (veel te weinig volgens mijn vrouw...)



Dag 5 Nancy - Saint Nabord  85km 



Deze dag was een overgangsdag. Niet veel te melden, niet erg veel te zien. Het jammere was dat ik constant een strakke wind op kop had. Op sommige stukken was 13km/u halen genoeg. Nog een geluk dat de Moesel altijd vlakbij was, zodat ik niet te veel hoogteverschillen moest overbruggen. Het is nu pas dat mijn beenspieren 's morgens niet meer in een kramp liggen. De vorige dagen had ik daar last van, maar omdat er niet eens een rustdag tussen zat, kreeg ik niet de tijd om dat te laten wegtrekken.



In Epinal had men waterkanonnen op de oevers van de Moezel gemonteerd. Dat was een spectaculair zicht.




Na Epinal reed ik op een rustig weggetje langs de Moezel tot in Saint-Nabord bij Remiremont, waar ik mij weer kon neervlijen in de luxe van een Formule 1 of een Première Classe.




Dag 6 Saint Nabord - Besançon 133km

's Morgens bij het ontwaken is dit het beeld van de omgeving: zware lage wolken en een hoop gemiezer... Dat belooft voor de rest van de dag. Deze etappe is er ook één waarbij niet veel te zien of te beleven valt, dus misschien is het dan nog niet zo erg. Gewoon blik op de weg, en trappen maar.



Zicht vanaf de Col du Peutet (640m).



Vandaag was ook de dag van de bijna-ongevallen: de eerste maal werd ik de pas afgesneden door een ouw madame in een Citroën C3. Zij moest naar rechts, en vond het gepast om dat te doen net op het moment dat ze mij voorbijstak. Ik ging hard in de remmen, gelukkig zonder erg. Met de nodige decibels (in het Vlaams) en een handgebaar maakte ik haar duidelijk dat ik er niet mee opgezet was. Ik hoop dat ze in haar achteruitkijkspiegel keek, maar ik vrees dat dat ijdele hoop is, want in haar zijspiegel keek ze duidelijk ook al niet!
De tweede maal reed ik op een hoofdweg, en een ouw madame in een Peugeot 205 (is de nieuwe classic aan het worden in Frankrijk) stond te wachten aan de haaientanden. Terwijl ik haar nader, maak ik oogcontact - zoals dat hoort volgens de handleiding - en toch vind madame het nodig om de hoofdbaan op te komen. Weer remmen en uitwijken, maar nu sta ik stil half voor haar auto, en geef haar met nogal veel decibels te kennen dat ik ook nu weer niet gesteld ben op haar manoeuvre. In gedachten had ik haar nog veel ergere dingen aangedaan, maar goed, zo lang had ze toch niet meer te leven...
Langs een rustige landweg vonden twee waakhonden het tenslotte plezant om mij de stuipen op het lijf te jagen. De ene blafte van op een afstand, maar de andere wou toch even de stramme benen strekken, en zien of hij mij kon bijhouden. Dat kon hij gelukkig net niet. En het stomme is dat ik op dat moment niet bang was (zelf altijd honden gehad), maar ge zit zo kwetsbaar op die fiets... Te voet was ik gewoon op hem afgestapt, en waren we misschien dikke vrienden geworden!
Dat was genoeg om de dag te vullen met gedachten van moorden, benen en armen die van oude wijven getrokken worden, en ramen en deuren die met een breekijzer worden ingeslagen...

Dorpsplein in één van de dorpen waar ik door reed. Dit exemplaar was wel speciaal met zijn tennisveldondergrond. En ja, ook dit dorp "a ses morts pour la patrie"!

Toeristisch kantoor van de regio van de Kirsch. Het regende een beetje te hard om hier langer stil te staan.


Quod erat demonstrandum!


Kleine wasjes, grote wasje, maar ik stopte ze niet in de wasmachien. Toch wel een corvee elke dag...


Dag 7 Besançon - Pontarlier  88km


Vandaag werd ik waarlijk begroet door de zon! Wat een prachtige afwisseling was dat?! De temperatuur was wel de keerzijde: het was amper 8°C. Maar goed, tegen de koude kunt ge u kleden. Zij het wel dat ik niet echt een passend kledingstuk bij had. Het was ofwel een regenjas, ofwel een t-shirt met een t-shirt met lange mouwen en daarover nog een lichte fleece. Maar bij een afdaling zijn deze laagjes toch te koud, want de wind komt dan meteen tot op het vel. 




Zicht op Besançon van de rivier de Doubs.

De markt nog in volle opbouw.

Besançon heeft een mooi historisch centrum, en vermits mijn route knal door de stad liep, kon ik bij het ochtendgloren genieten van een rustige rit. Het hoogtepunt van het stadsbezoek zou de citadel zijn, die als een bewaker hoog boven de stad uitsteekt. Dit zou de eerste en enige keer zijn dat ik van de fiets moest op een helling, zo steil was de toegangsweg.

Toegang van de citadel.

Vanop deze hoogte kreeg ik een fenomenaal zicht over de stad. Ik reed door de poort van het toegangsgebouw, maar daar werd ik meteen tegengehouden door mevrouw de gids. Ze wist mij te melden dat ik niet verder mocht rijden. Terwijl de GPS mij los door de citadel wou loodsen. Niet dus... Ook mij van den domme houden door te melden dat ik geen andere weg kende hielp niet. 

Er zat dus niets anders op dan opnieuw af te dalen, en helemaal rond de citadel opnieuw omhoog te klimmen. Klerewijf...



De tweede klim ging gelukkig geleidelijk, maar wel langs een drukke hoofdweg. Na een paar kilometer kon ik van de hoofdweg af, en dook ik in de vallei van de rivier de Loue. Bij een mooi uitzichtspunt wou ik even stoppen om een foto te nemen, en deed mijn poot (de pikkel in goed Nederlands) naar beneden. De poot besloot ineens om niet meer verder mee te rijden, want hij brak spontaan af! Dat hebt ge dus met materiaal van het huismerk van Rose Versand. Boecht. Amper twee jaar oud, en zeker niet mishandeld. Maar ach, als het dat maar is...



De vallei van de Loue en de daarop volgende Gorges de Nouailles waren zeer mooi, en zalig om in mijn eentje van te genieten. De weg steeg op een aangename manier.


Un des plus beaux villages de France: Lods.



De achterkant van Lods.
De vallei slingerde verder over prachtige wegen, zoals je hieronder kan zien. Met rare bergvormen af en toe.


Weg verdwijnt in berg.


Deze vallei is ontstaan door erosie door de rivier de Loue, en die ontspringt gewoon uit de grond. Nu ik toch in de buurt was, en de energie nog had, was het de perfecte gelegenheid om de bron te bezoeken. Wist ik veel dat het weggetje ernaar toe megasteil naar beneden liep! Ik was maar in de veronderstelling dat water altijd naar beneden stroomt. Hier ook natuurlijk, maar door de miljoenen jaren heeft de rivier een gat van een paar honderd meter diep gemaakt. Ook deze plek had ik even voor mij alleen, en dat maakt het net iets mooier...

Waterspuwende berg.

Een dijk van een fiets voor een muur van een berg.

Niet de kapellekesbaan van LP Boon, maar een calvarieberg in Sombacour.


Na deze bezienswaardigheden was het nog een paar kilometers afdalen naar de slaapplaats van de avond in Pontarlier. Het toeval wou dat er daar ook een Decathlon lag, dus kon ik ervoor zorgen dat ik terug steun vond voor de fiets, en warmte voor mijzelf. Niks zo goed als een heerlijke softshell voor de kille ochtenden en snelle afdalingen. Voor de lol, en ook omdat synthetische stofje beter wassen en drogen, kocht ik mij een oranje t-shirt. Dat is eens wat anders dan het zwart dat ik bijna altijd draag.


Het verbaasde mij de dagen daarna dat de Nederlanders die mij passeerden, minstens glimlachten, maar meestal claxonneerden of wuifden. Wat een kleurtje niet vermag... Jammer dat wij Belgen niet zo 'n nationaal symbool hebben. Alhoewel, constant met landgenoten worden geconfronteerd is ook niet alles. Dan kunt ge beter gewoon in België blijven!


In elk geval bleef het vandaag droog, dat was al heel wat.



Dag 8  Pontarlier - Geneve  112km



Pontarlier lag 's morgens te blinken in de zon toen ik onder de stapspoort reed. Ik verklap het misschien nu al, maar ook vandaag zou ik geen regen op mijne kop krijgen. En op foto ziet het er allemaal lekker warm uit, maar 's ochtends is het toch amper 8°C. Bijna voldoende om handschoenen te willen dragen, eind juni!




Net buiten Pontarlier begon de weg al te stijgen naar de eerste attractie van de dag, le Cluse de Joux en het château de Joux. Het kasteel gelegen op de ene kant van een smalle kloof in een bergrug van de Jura. Het kasteel zelf was 'in onderhoud', maar dat maakte voor mij niet uit, want ik was niet van plan om het van dichtbij te gaan bekijken; het zicht van ver is minstens even goed.


Door deze kloof moeten trein en auto dicht naast mekaar rijden!

Château de Joux.

Ra ra, zoek de treinsporen... juist: rechts onder de weg!

Net een miniatuurbaan van Märklin, niet?

Even poseren in de bossen.


Ik kan het hier uitleggen, maar het bord zelf zegt het al...

Respect man, respect.
Nu ging het in één ruk door tot aan de Zwitserse grens in Vallorbe. Jaja, zo snel ben je in Zwitserland!! Het deed mij toch wel iets om na 2 jaar nog eens met de fiets in Zwitserland rond te rijden. Alleen was ik er nu op eigen kracht geraakt, in plaats van zeven uren in een trein te zitten. Een half dagje in Zwitserland dus, want 's avonds zou ik weer veilig in Frankrijk zijn.


Nog eens een echte grenscontrole. Niks aan te geven.
Niet te zien op deze foto, maar in Zwitserland was het overdag amper 12°C.
Ik was zo blij met mijn jas.
Na Vallorbe was het een hele klim naar het Lac de Joux, dat op 1.000m hoogte ligt. Het werd mij op een gegeven moment zelfs even te zwaar, zodat ik genoodzaakt was om op adem te komen, en wat kleren uit te spelen. Het ging terug een beetje naar beneden toen ik het meer naderde.


Bijna aan het Lac de Joux.


Panorama Lac de Joux.



Voor Zwitserland had ik voor mezelf een spelletje bedacht: omdat ik geboeid ben door de Zwitserse legerfiets, hield ik een wedstrijdje met mezelf om in die paar uurtjes die ik in Zwitserland doorbracht toch een zwitserse legerfiets te spotten. En raad eens... tegen een huis geparkeerd, eigenlijk maar in een glimp opgevangen. Ik heb het eigendom wederrechterlijk moeten betreden om de foto te nemen, maar gelukkig zijn de Zwitsers een vredelievend volkje... Het is eigenlijk geen zuivere legerfiets, maar de makelij is ongetwijfeld Condor. Dus voor mij is het ok. 


Gevonden!!!
Na een hele tijd letterlijk op de grens van Frankrijk en Zwitserland gereden te hebben, dook ik toch weer definitief Frankrijk binnen. Alé, niet echt duiken, eerder klimmen, naar de Col de la Faucille op goed 1.300m hoogte. Hierna volgde een afdaling om U tegen te zeggen, bijna 1.000m naar beneden. Mijn handen verkrampten van het nijpen in de remmen...


Zichtje tijdens de klim naar de Col de la Faucille.






Mijn hotel lag in Ferney-Voltaire, een voorstad van Genève. Op één manier jammer dat ik niet van de gelegenheid gebruik kon maken om Genève te bekijken, maar met de fiets is dat vragen voor problemen. In elke grote stad in Frankrijk merkte ik dat ge als fietser een beetje vogelvrij zijt, en dat is geen prettig gevoel. Dus maar niet..

Ik vond in elk geval dat ik mezelf mocht belonen voor de inspanningen van de dag, en vond een stemmig restaurant dat een hoogst evenwichtige maaltijd vers bereidde. En dat voor een prijsje! Ik blies bijna van het terras, maar de temperatuur was hier tenminste aangenaam.

Tutto bio!



Dag 9  Geneve - Chambéry  111km




Ik heb gelogen in het verslag van gisteren... Vandaag heb ik weer een stukje op Zwitsers grondgebied doorgebracht. Dankzij de GPS weeral, die mij op een andere manier uit Genève stuurde. Maar geen erg, het was nog een redelijk mooi stuk, met rustige wegen. 




Na deze laatste keer Zwitserland kwam ik in Frankrijk aan het Fort de l' Ecluse, een verdedigingsfort dat op een bergflank langs de Rhône ligt, en vroeger diende als een grenspost om Frankrijk te verdedigen tegen aanvallen van buitenaf. De Rhône had hier een smalle kloof geslagen in de bergrug. Mooi uitzicht in elk geval.





Na Bellegarde sur Valserine verliet ik de Rhône even om hem daarna richting Lac du Bourget terug te vinden. 


Zicht op Seyssel.

Eerste kennismaking met het Lac du Bourget.

Even poseren mag wel met zulk een decor!




Na een eindje fietsen langs het Lac du Bourget kwam ik aan in Aix-les-Bains. De naam heeft al iets zuiders in zich, en de stad zelf deed ook heel mediterraan aan met rijen platanen. Hier voelde ik mij voor het eerst echt in het zuiden. Ook al omdat de temperatuur hier een beetje normaal was.


Mijn hotel lag echter nog wat verder zuidelijk, in Chambéry. Onderweg passeerde ik niet meer langs een gewone winkel, maar gelukkig lag er een bio-winkel op een paar kilometers. Daar heb ik dus met zekerheid mijn gezondste maaltijd gekocht. Ik heb er wel genoeg voor moeten afdokken. Man, dat bio-spul is duur!!! Het grappige is dat ge er ook alleen maar DAT type van mensen tegen het lijf loopt, het type dat ge ook in België tegenkomt. Ik zou ze hier kunnen beschrijven met hun ronde brilletjes, grijze flodderbroeken, hun lange haren in een vlecht en Jezussandalen aan de blote voeten, en de vrouwen met hun platte vegetariërsboezems, maar dat doe ik niet. Hoe plat de boezem ook, de portemonnee moet toch wel goed gevuld zijn.
En eerlijk: ik proefde geen enkel verschil. Door de prijs die ik ervoor betaald had, voelde ik mij wel moreel verplicht om het lekker te vinden.



Dag 10  Chambéry - Grenoble  74km

's Ochtends was het zonnig, maar toch weer redelijk koud. Ik stelde de GPS in om mij op veilige wijze uit Chambéry te leiden. Na een kilometer of zo liet hij mij naar rechts afslaan, weg van de grote baan waarop ik reed. Ik lette even niet op, en voor ik het wist, was ik weer als een zot de berg op aan het rijden. Toen ik boven kwam, keek ik voor de veiligheid op de kaart. En wat zag ik: meneer had mij weer eens onnodig laten afzien!! Hij had mij perfect op de hoofdweg kunnen laten rijden, maar neen, hij moest weer zo nodig aan sight-seeing doen! Weer een paar kilometer, maar vooral hoogtemeters erbij... De troost voor mij inspanningen zie je hieronder:




Ik volgde de grote weg tot voor Les Echelles. Deze baan liep over een mooie bergrug. Na een tunnel dook ik de vallei in richting de Gorges du Guiers Vif, die als zeer mooi aangeduid stond in mijn Michelingids. 


Zicht op de Montagne de l' Epine.

Een meditatief moment.


Ik begon aan de beklimming door deze Gorges, maar na twee kilometers stond er ineens een nadarhek op de weg met de boodschap "ROUTE BARREE". Dat kon toch niet waar zijn hé.. Wat verderop was een oud vrouwtje in haar tuintje aan het ploeteren. Dat leek mij wel iemand die op de hoogte was van het reilen en zeilen in haar buurt. Jammer genoeg wist zij alleen maar de nadarboodschap te herhalen. Geen doorkomen aan, zelfs niet voor een fietser.

Een nadere blik op de kaart leerde mij er iets lager nog een Gorge lag, namelijk de Gorges du Guiers Mort. Waarom de ene levend zou zijn, en de andere dood was mij een raadsel, maar het was in elk geval een alternatief. En wat voor één, bleek later...




Een weg die zich tussen twee bergflanken door slingerde, met wanden wel 1000 meter hoog. Ge zou voor minder onder de indruk zijn. Het was een pracht van een klim. Ik was waarlijk blij dat ik moest omrijden...








Een rots bijna midden in het ravijn neergepoot, le Pic de l' Ouillette.



Na de Gorges du Guiers Mort moest er nog een col bedongen worden, de Col de Porte om een hoogte van 1326m. Zoals je hieronder kan zien, lukte dat ook.



Na deze col was het opnieuw dalen geblazen naar Grenoble, dat maar op 300m hoogte ligt. 
 


Opeens, in een bocht, kreeg ik de eerste aanblik van Grenoble te zien. Grenoble is een grote stad, en dat was vanop deze hoogte een indrukwekkend zicht. De foto hieronder kan het gevoel niet weergeven dat je voelt als je daar staat, en dat is jammer. Het was machtig.



Naar het centrum van Grenoble verliep in sneltreinvaart. Mijn hotel lag in de uitgestrekte universiteitswijk van de stad.



Ik vierde deze dag met een heerlijke cassoulet. Ik geef toe dat het zicht ervan niet zo appetijtelijk is... Maar het smaakte, en het verteerde!



Dag 11  Grenoble - Alpe d' Huez 63km


De voorlaatste fietsdag trekt zich jammer genoeg ook weer grijs en grauw op gang. Vandaag laat ik mij niet vangen door de GPS, en rijdt over hoofdwegen uit het centrum van Grenoble en randgemeenten. Verkeerd rijden was moeilijk, want er was eigenlijk maar één hoofdweg richting Alpe d' Huez.


Spijtig genoeg was het weer een constant gejongleer met regenkledij. Het donkere weer maakte de rit naar Le Bourg d' Oisan, dat aan de voet van de Alpe ligt, wel veel dreigender. De weg die in de winter ongetwijfeld meer op een autostrade zal lijken, was nu niet te druk, maar het was zeker geen aangename weg om op te rijden. Er was op de meeste stukken wel een fietsstrook voorzien. Het uitzicht op de hoge bergtoppen maakte gelukkig veel goed. 


Rond de middag kwam ik in Le Bourg aan. Het enige dat nog even moest gebeuren, was de klim naar Alpe d' Huez. Die klim bedraagt iets meer dan 1000 meter, en eindigt op 1815 meter hoogte.

Omdat er voor zo 'n klim energie nodig is, stopte ik bij een brasserie om nog wat voorraad in te slaan in de vorm van een lekkere pasta. De stop gaf mij ook de kans om mijn kleren een beetje te laten opdrogen.

Alle moeite om op te drogen was tevergeefs, want toen ik het restaurant uitging, begon het opnieuw te regenen. Na een paar kilometers kwam ik aan het vertrekpunt van de klim.



Nog even een bezorgde blik, and off we go. Zoals beschreven zijn de eerste meters redelijk zwaar. Een fiets die meer dan 30 kg weegt, maakte het nog iets zwaarder dan een crabon (zie je de woordspeling?) pluimpje van 7 kg.


De spectaculaire stijging en de haarspeldbochten maakten dat het toch een belevenis was. Of ik nu een regenpak aan had of niet maakte geen verschil: ik was toch drijfnat. De beklimming van Alpe d' Huez telt 21 bochten. Na 4 bochten had ik al een hoogteverschil van 200 meter gedaan.


Nog wat hoger kwam naast de regen ook de mist op. Daar had ik niet op gerekend. Het was nog niet genoeg dat ik de slotrit van mijn fietstocht in de regen moest doen; neen, ik mocht er zelfs niets van zien!


Wat je hieronder kan zien (of niet zien), was wat ik zag op weg naar de top... Alleen de weg, en voor de rest een wit blad.


Een stoeltjeslift hing droevig in de lucht, te wachten op de volgende winter, wanneer het zich weer mag amuseren met lattendragers.



Ik mag niet zeggen dat de klim makkelijk was, maar hij was te doen. Ik stopte af en toe ook om te drinken, en om te proberen om toch te genieten van het uitzicht, voor zover mogelijk.

Hieronder een paar filmfragmenten om een impressie te geven:


Wat in bergen dus kan gebeuren, gebeurde ook: net voordat ik aan de slotkilometers begon, trok de hemel ineens open, en de hoge toppen kwamen opeens in zicht! Blij dat ik was om toch tenminste de aankomst zichtbaar mee te maken!


Fenomenaal zicht van daarboven natuurlijk.


Een klein zelfportret mag ook hier niet ontbreken... Ge weet hoe de mensen zijn hé?! Ze geloven het niet meneer!

Goed gedaan fietsje!

Voila, doel bereikt!!! Ik ben blij. Maar dat zal wel geen verrassing zijn zeker.


Alpe d' Huez in de zomer biedt eigenlijk maar een droevige aanblik. Er is geen enkele winkel open, en gelukkig vond ik 's avonds een pizzeria die zo vriendelijk was om met mij mijn aankomst te vieren. Maar dan ook alleen maar met mij. De uitbater liet mij zelfs alleen met mijn pizza, want hij ging regelmatig naar buiten kijken. Na het eten nog een kleine wandeling in het spookdorp, en daarna keerde ik vlug terug naar mijn luxe-kamer in hotel Le Pic Blanc. Daarom was er dus bijna geen vrije kamer te vinden toen ik een hele tijd ervoor mijn kamers wou vastleggen: er was ocharme één hotel geopend! 



Dag 12  Alpe d' Huez - Le Bourg d' Oisans 48 km

's Morgens was het wonder blijven duren. De zon straalde alsof het hoogzomer was. Dat was het natuurlijk ook, maar iemand had daar tot nog toe een stokje voor gestoken. In het hotel deed ik mijn uiterste best om mij vol te stouwen met het uitgebreide ontbijtbuffet: gekookte eitjes, charcuterie allerhande,... het ging er allemaal in, net als (de) zoete broodjes. In de ontbijtruimte zaten twee andere gasten, ook alleen. Daarmee voelde ik mij op slag al een stuk minder eenzaam. Niet dat we ook maar één woord uitwisselden...


Het enige dat vandaag moest gebeuren, is mij opnieuw naar beneden laten vallen. Ik vond dat een fantastisch vooruitzicht! Want ik voelde mij lichamelijk echt wel vermoeid. Elf dagen aan één stuk fietsen zonder een rustdag is toch wel zwaar. Maar ja, meneer moest en zou weer een stukje verder rijden... Volgende keer ga ik toch proberen om ofwel de trajecten korter te houden, ofwel om eens een rustdag in te bouwen.

Toen ik buitenkwam aan het hotel, was men daar druk in de weer om een bevoorradingspost op te zetten. Bleek dat er net vandaag een wielerwedstrijd voor liefhebbers werd georganiseerd, die over een aantal cols ging, waaronder Alpe d' Huez. 



Nog beter dus: terwijl ik als een steen naar beneden zou zoeven, mocht ik mij vermaken met lycra-jongens die zich de pleuris uit het lijf zouden rijden, op zoek naar eeuwige roem. En ik deed dat dan ook: elke passant kreeg van mij - zeer tegen al mijn principes: sport beleef je sereen en in stilte - een bon courage, of een alé hop. Maar wat ik ook zei, ik kreeg altijd een Nederlands antwoord ;-) 
Neen grapje, ik schat dat meer dan de helft toch autochtonen waren. Geen enkele Nederlander haalt het in zijn hoofd om met een Lapierre-fiets rond te rijden. 



Het bleek zeer moeilijk om de motorrem te gebruiken. Dan maar de handrem!


Vandaag kon ik alle foto 's maken die ik gisteren wel wou, maar niet kon maken. En dan zonder mij te vermoeien! 

Hieronder zie je Le Bourg d' Oisans liggen, het vertrekdorp van de beklimming. Ik vind dat toch altijd imposant, te weten dat ik dat hoogteverschil met mijn eigen benen kan overwinnen. Dat gevoel krijg ik nooit als ik hetzelfde met de wagen zou doen.


Als ik naar beneden keek, naar de kronkelende wegen die zich een weg naar boven slingeren, vroeg ik mij af hoe ik die in godsnaam de dag ervoor naar boven ben gereden. Oké, het klinkt misschien wat arrogant, maar het gaf mij in elk geval een heel zelfvoldaan gevoel. "Ik kan dat!", zoiets. Er bestaan slechtere gevoelens...


Vermits de bus pas 's avonds vertrok, had ik nog de hele dag om rond te hangen, dat wat ik elf dagen lang niet had kunnen doen. 
Ik ging eerst naar de supermarché om mondvoorraad voor de dag en voor de terugreis. Daar kreeg ik telefoon van de busmaatschappij met de vraag of ik er een probleem mee had dat de bus een uur of twee vroeger zou vertrekken. Natuurlijk niet! Normaal gezien zou die mij pas rond elf uur oppikken.

In de namiddag verkende ik nog een beetje de omgeving, die natuurlijk adembenemend was. Een weg die zich tussen twee bergketens gooit zoals hieronder, is eens wat anders dan de vlaktes waar we in België verplicht van moeten genieten.



Ik vond de perfecte lunchplek net naast de rivier de Romanche, die met zijn eeuwenlange erosie verantwoordelijk was voor de mooie omgeving. Ik was daar volledig alleen, en daarvoor doe je het natuurlijk!


Tijd genoeg voor een portret van mijn trouwe metgezel, die het weer voortreffelijk gedaan heeft. Die afgebroken pikkel vergaf ik hem met veel plezier.



De zon verdween achter de bergen, terwijl ik op een bankje zat te gapen naar de voorbijgangers. 



Tegen de tijd dat de bus mij kwam oppikken, ontmantelde ik mijn fiets: de voordrager moest eraf, en het stuur moest in de lijn van het kader staan.
Achteraf bekeken was dat allemaal niet nodig, want blijkbaar waren we slechts met zijn drieën om de terugreis te doen. Een koppel uit Maasmechelen was 6 weken op reis geweest, maar hadden hun reis onderbroken door.... het slechte weer. Ze waren tussendoor met het vliegtuig naar Griekenland geweest om wat zon op te doen. Daar had ik het volste begrip voor.

De terugreis verliep voorspoedig. De chauffeurs gingen er zwaar tegenaan. Tussen twee dutjes in merkte ik dat ze net niet uit de bochten vlogen. 
Omdat ik er toch niets aan kon veranderen, gaf ik hen maar mijn volledige vertrouwen. En dat loonde, want 's anderendaags om 9u stonden we aan de Mc Donalds in Maastricht, alwaar mijn vrouwtje mij met de auto kwam oppikken. Mijn medepassagiers probeerden mij nog te overhalen om naar Genk te fietsen, maar daar had ik echt geen zin meer in, want dan moest ik de lowrider terug monteren. 
En zo kwam jammer genoeg een einde aan mijn langste fietsvakantie tot nu toe. Een globetrotter zal nu wel even zijn neus optrekken, maar hij maakt dan ook andere keuzes in het leven dan ik. Ik ben blij...