vrijdag 2 november 2012

Doet de concurrentie verbleken: Condor MO 93.

In de garage staan gemiddeld 13 fietsen. De meesten staan, letterlijk.

Nu ik al een aantal jaren met de hobby bezig ben, ondervind ik dat sommige fietsen dan wel mooi kunnen zijn, maar als je er niet mee rijdt, dan staan ze daar inderdaad maar. De chrome Raleigh was daar een goed voorbeeld van: schitterende fiets, maar ik kwam er liever niet mee op straat, omdat hij gewoon te opzichtig was. Als je met een fiets de aandacht van een fietsenkenner of -liefhebber kan trekken, dan is het goed. Maar als je iedereen het hoofd doet draaien, dan gaat het er voor mij over.
Ik vind een Porsche Panamera bijvoorbeeld een beestig knappe wagen, maar ik zie er mij zelf nooit mee rondrijden. Zelfs niet als ik er het geld voor zou hebben. Ieder heeft zo zijn ding. Te opzichtig is niet mijn ding.

Het belangrijkste criterium voor een fiets is dat hij goed moet rijden. Goed rijden betekent in mijn geval snel, sportief en vlot.
Een Raleigh Roadster voldoet daar helemaal niet aan: dat is een fiets voor stijfdeftige heren die geen druppel zweet willen laten tijdens hun trip naar de bakker. Ik wil op een fiets zwoegen, het zweet voelen parelen en lange afstanden kunnen rijden.
Ik lig graag voorover op een stuur dat maximaal even hoog als het zadel staat. Als het hoger staat, dan is het voor mij een opafiets.

Er moest dus wat gebeuren.

Op een week tijd heb ik de Raleigh-afdeling een zware slag toegebracht: de Raleigh All Chrome, de Raleigh Sports en de getunede Raleigh Twenty gingen naar een andere eigenaar. Met deze fietsen heb ik de afgelopen jaren samen misschien 10 keer gereden. En elke keer als ik ermee reed, vloekte ik over hoe deze fietsen niet vooruit leken te komen. Eens dat gevoel in de botten zat, was ik de volgende keer al minder geneigd om er opnieuw op te springen.
Een bijkomend voordeel van deze transacties is dat er ruimte vrij kwam in de garage. Ruimte op financieel, maar ook op ruimtelijk vlak. Met andere woorden: de garage leek leeg te staan.

Een kleine SWOT-analyse leerde mij dat er zich nu nieuwe mogelijkheden konden aanbieden. Een fiets waar ik altijd wel bewonderend naar opgekeken heb, maar waarvan ik nooit ernstig gedacht had dat ik hem ooit zou bezitten. De Condor MO 93 Militärvelo.

In elk geval vond ik deze fiets al jarenlang gewoon beestachtig mooi. Dit was de ultieme fiets par excellence. Maar... onbereikbaar. Je kan hem bijna uitsluitend in Zwitserland zelf vinden. En de prijs die je daar dan voor betaalt, doet je duizelen alsof je net van een Zwitserse berg gerold bent. Ik was met andere woorden 'geprikkeld'. En prikkels doen soms wat met een mens.

Tijdens mijn geregelde internet-rondgangen kwam ik er af en toe wel eens eentje tegen, vooral dan op Zwitserse zoekertjessites. Ik bekeek dan eerst de foto 's, daarna de prijs, en klikte de advertentie dan lachend weg. Als er dan al een betaalbaar exemplaar tussen zat, tja, dan staat die fiets daar in Zwitserland. En ik hier. Je gaat toch geen fiets van zowat 20 jaar oud kopen, in Zwitserland, zonder hem gezien te hebben?

Ik liet eens een foto van de Condor aan mijn vrouw zien. Je weet wel, een lijntje uitwerpen. En ze vond het wel een knappe fiets. Ondanks het feit dat hij volledig legergroen is, en het in feite een mountainbike in kwadraat is. Ondanks het feit dat mijn vrouw helemaal niet van militaria houdt, en ook niet van mountainbikes.

Wat later (maar niet zo heel veel. Mijn ongeduld hé) vond ik een interessant exemplaar op een Zwitserse zoekertjessite, en voor één keer was de prijs ook interessant. De aanbieder was een particulier. Dat maakt qua prijszetting wel een verschil; de professionele handelaars willen precies een volledig maandloon halen uit de verkoop van één fiets.

Ik stuurde eens een mail naar de verkoper, want dat kost nog geen geld. En de verkoper was een zeer vriendelijke man, die zelf met deze fiets in het fietsregiment gereden bleek te hebben.



Ik zag op de foto 's dat het voorwiel niet meer origineel was, en dat er een shimano naafdynamo werd gemonteerd. De originele naafdynamo, die met een  snaar werd aangedreven, was namelijk een zwak punt van de fiets. Hij was dan ook zoals verwacht defect, en de verkoper - laat mij hem voor het gemak Daniel noemen - had dan meteen het hele voorwiel vervangen. Jammer natuurlijk, want zo was de fiets niet meer origineel, en zou de waarde ervan ook meteen dalen.

Ik vroeg Daniel of hij toevallig het voorwiel nog in zijn bezit had, en raad eens? Hij had het nog, en het was dan ook nog in heel goede staat! Dat maakte de fiets natuurlijk super-interessant...

Ik wierp weer eens een lijntje in de richting van mijn vrouw:
"We zullen een uitstap naar Zwitserland moeten maken, want ik moet daar een Zwitserse legerfiets gaan afhalen...".
Tot mijn grote verbazing stemde ze meteen toe. Tja, zoiets moet je natuurlijk niet tegen mij zeggen hé...

Per mail maakte ik de verkoop met Daniel rond. Hij was ermee akkoord dat ik enkel het originele voorwiel zou nemen. Zonder dynamo weliswaar. En hij deed nog een beetje van de prijs af. Mooi zo!



Ik maakte een voorschot over via e-banking, maar dat verliep niet zonder slag of stoot. Ik gaf de betalingsopdracht in, maar daarna was er van de verrichting geen spoor meer terug te vinden. Toen ik dan maar opnieuw probeerde, verwittigde het pakket me gelukkig dat er al een identieke verrichting geregistreerd stond. Dan maar naar de bank bellen...
De telefonist (een vriendelijke, gelukkig) wist mij te vertellen dat de verrichting wel geregistreerd stond, maar dat hij eerst nog "gescreend" moest worden alvorens hij zou worden vrijgegeven. Blijkbaar is er toch iets met Zwitserland en banken?! Zou daar misschien soms geld naartoe gesluisd worden? In elk geval was het de dag erna in orde, en meldde Daniel na ontvangst dat hij de advertentie verwijderd had.
We spraken af dat ik de fiets zou komen ophalen in het Allerheiligenverlof.

Ik ging meteen zoeken achter een hotel. Alé, eigenlijk een paar hotels, want als je dan toch in Zwitserland bent, kan je er maar beter van genieten hé. Een betaalbaar hotel vinden is wel geen sinecure gebleken: ik vrees dat de Zwitsers dubbel zoveel verdienen dan ons Belgen, want het minste hotel kostte al meteen meer dan 200 euro per nacht. Uiteindelijk vond ik er eentje op nog geen 3 km van het huis van Daniel. Een meevaller.
Waar Daniel woonde, was het landschap niet echt inspirerend. Ik zocht nog een hotel voor een tweede overnachting, maar dan meer richting hooggebergte. Aan het Thuner meer vond ik nog een overnachtingsplaats. Vlakbij liggen een aantal pieken van rond de 4.000 meter.

Er mankeerden op het eerste zicht dus twee dingen aan de fiets: de naafdynamo en de spanriem die normaal gezien op de voordrager hangt. Een nieuwe internet-zoektocht bood zich aan...


Spanriem...


... en naafdynamo.

Per toeval (of weer niet?) kwam ik terecht op de site van een Nederlander die al een jaar of 10 in Zwitserland woont. Hij handelde in legerfietsen en bijhorende onderdelen. Hij antwoordde meteen op mijn vraag naar de naafdynamo en de spanriem. Maar het jammere was dat hij op het moment dat ik in Zwitserland zou zijn, in het buitenland was. Zo liep ik de gelegenheid mis om zijn ongetwijfeld fijne verzameling te kunnen zien. Ik sprak met hem af dat ik eerst de fiets zou gaan halen, en dan met hem contact zou opnemen voor de ontbrekende delen.

De naafdynamo kwam ik echter tegen op ebay. Zelfs een ongebruikt exemplaar met de kabel er nog bij. Ik deed een schappelijk bod, en kwam er nog als winnaar uit ook. So far so good. Met groeten uit Berlijn.

Nu de spanriem nog. Die zag ik ook ergens op een zoekertjessite, maar ik vond hem nogal duur, dus besloot ik nog even te wachten. En wachten wordt soms beloond, want een paar dagen voor we afreisden, stuurde Daniel nog een paar foto 's van de fiets door. En natuurlijk hing daar de spanriem gewoon op! Het originele wiel had hij al gemonteerd, en de fiets was vertrekkensklaar.

Voila, nu was het gewoon afwachten...

En ineens zaten we in de auto richting Biel! Een kleine 700 km. We hadden rond 17u bij Daniel afgesproken, maar rond half vier waren we al terplaatse. Dus checkten we eerst in in het hotel, dat er proper en goed uitzag.
Om iets na vijven stonden we bij Daniel. Dat was bij nader inzien een fitte veertiger, en afgaande op de smaak van mijn vrouw nog een goed uitziende veertiger ook nog. Hij was eigenlijk even nerveus als ik, en babbelde de ongemakkelijke stiltes vlot dicht. Hij had dus inderdaad nog zijn legerdienst gedaan met de fiets, die bij benadering toch maar een goeie 2.500 km gereden had. De Condor zag er inderdaad bijna fonkelnieuw uit. Enkel een paar schrammen. Als dat niet zou zijn, dan zou ik al bijna denken dat de fiets was overgespoten.
Daniel liet mij alle vakjes en prulletjes zien, terwijl ik natuurlijk stond te trappelen om een proefrit te maken. Ik hield mij in. Daniel vertelde nog dat er veel geïnteresseerden op de advertentie waren afgekomen, maar dat hij echt wou dat de fiets bij een liefhebber terecht zou komen. En dat is het geval. Dat de fiets een marktprijs heeft die een pak hoger ligt, is voor mij natuurlijk een reden om hem te kopen, maar ik wil er natuurlijk vooral mee rijden. En als hij ooit zou moeten vertrekken, dan weet ik tenminste dat ik er mijn broek niet aan scheur... Tenzij aan het lederen zadel...

De proefrit bevestigde alleen maar mijn vermoedens: dit was een stukje vakmanschap! De fiets gaf geen krimp bij al mijn handelingen. De Magura-remmen waren nog krachtiger dan die op mijn Cannondale, en de versnellingen schakelden zoals het hoort. De binnenkanten van mijn dijen raakten de frametas, maar niet zodanig dat het irriteert. Ik voelde het gewicht van de fiets natuurlijk, maar door de sportieve houding kreeg ik niet het gevoel dat ik geen snelheid kon halen.

Daniel schoof mij een piekfijn opgestelde overeenkomst onder de neus. Zal ook wel een Zwitserse gewoonte zijn, vermoed ik. Maar ik tekende ze met veel plezier.

Hier met bepakking.

En hier zonder. Maar nog steeds pakkend!

Ik zwierde de fiets in de auto, en kort daarop reed er een contente Belg over de Zwitserse wegen.

Wat we de tweede vakantiedag uitvoerden, is none of your bussines, maar de derde en laatste dag bezochten we nog de Army Liq Shop in Thun. Er zijn er sinds 2011 maar 3 meer over in Zwitserland, vanwege de verminderde aanvoer vanuit het leger. Aan de winkel te zien zal het binnenkort helemaal gedaan zijn met stockverkoop.
Niettemin kocht ik een paar tassen, een waterdichte zak voor een slaapzak, een aktetas, twee drinkbussen, een fietsketting en nog wat kleine prullen voor het luttele bedrag van 30 euro.

Nu ik de fiets thuis eens goed bekeken heb, kan ik niet anders dan besluiten dat ik een goede koop gedaan heb: zo goed als nieuw. De paar mensen die hem al gezien hebben, menen allemaal dat het een nieuwe fiets is. Zoveel beter hé...

Het enige kleine mankementje dat eraan scheelt, is dat het afdekkapje van de versnellingshendel afgebroken is. Dat doet niks af aan de werking van de versnellingen, maar de purist in mij vindt toch dat dat moet worden hersteld. Ik ben al op zoek...

maandag 13 augustus 2012

Een trauma eindelijk weggewerkt.

Een jaar of zes geleden waren we met het gezin op verlof in de Provence. Ook toen al lag er een berg waar de wind nogal eens speelt: de Ventoux. Na een week verlof vieren met gepaste maaltijden en dranken dacht ik op een ochtend dat het wel eens "leuk" zou zijn om even met de fiets de Ventoux op te rijden.
Dus sprong ik 's morgens na het ontbijt in de auto, reed 40 km tot in Bédoin, en haalde daar mijn gestripte Cannondale uit de koffer. Ik was van mening dat het daarmee wel zou lukken. Hij had toch 27 versnellingen? Zonder alle toebehoren amper een kleine 10 kg licht. Met nog twee extra koffiekoeken en 2 drinkbussen vol begon ik aan het rampscenario.

Me niet bewust van het feit dat je spieren boven een bepaalde hartslag verzuren, draaide ik het kleine verzet (veel te) snel rond. Met als gevolg dat ik al na minder dan 10 km van de 21 km eens van de fiets moest. En vervolgens na elke km opnieuw. De benen verkrampten sneller en sneller, en de vraag "waarom moest ge dit nu weer doen?" maalde constant door mijn hoofd.


De twee koffiekoeken zaten al snel achter de kiezen, en de inhoud van de drinkbussen was al opnieuw vrijgezet via alle poriën van het lijf. Hortend en stotend haalde ik het tot aan Chalet Reynard. Alsof je 40 dagen door een woestijn liep, en dan op een oase stootte (of stiet).
Ik dacht dat het leeggelopen lijf gewoon moest worden volgegoten, en dat het daarna een makkie zou zijn om de resterende 7 km even af te haspelen.
Een tagliatelle carbonara en een paar cola 's later sprong ik opnieuw in het zadel, maar na enkele honderden meters in het maanlandschap was het licht opnieuw uit.



Soms fietsend, soms wandelend hoopte ik het Observatoire te bereiken...

Maar op amper enkele honderden meters van de finale bocht die uitgeeft op de top maakte mijn hoofd een definitieve klik, en zette het lijf meteen in de omgekeerde richting, om met een duizelingwekkende vaart terug naar de aarde te duiken. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit een grotere opluchting voelde dan toen.

Terug in het vakantiehuis sprak ik meteen de gevleugelde woorden "DAT DOE IK NOOIT MEER!!!" Mijn vrouw probeerde mij nog te sussen met nochtans redelijk goede argumentatie als "ge waart er toch, die paar honderd meter maken geen verschil" en "ach, ge hebt toch aan niemand iets te bewijzen" of "ik zie u zo ook graag hoor". Ik geloofde dat wel, maar diep binnenin was ik toch erg teleurgesteld.

En jaren later, dit jaar bijvoorbeeld, bracht het lot - of toeval - ons opnieuw in de buurt van deze kale puist, ditmaal in Vaison La Romaine. Vaison ligt maar 10 km van Malaucène verwijderd, na Bédoin de tweede uitvalsbasis om de top te veroveren. Meteen zag ik een gelegenheid om revanche te nemen voor de eerdere helletocht. Ditmaal zou ik mij niet laten vangen door geklungel of slechte voorbereiding! Ik zou mij terdege prepareren, en met het juiste materiaal aan de start staan!

Op het eerste vlak deed ik mijn best: ik ging ritten van 60 tot 120 km maken in het Waasland (bekend om zijn vlakke heuvels), het Hageland (hier echte heuvels), Vlaamse Ardennen, en zelfs een rit in de echte Ardennen. Het zijn natuurlijk allemaal geen echte bergen, maar het zorgt ervoor dat je toch eens op de pedalen moet stampen. Een beetje krachttraining vond ik op de rollen thuis in de kelder. Op de zwaarste versnelling en de hoogste weerstand van de rollen kon ik een straffe beklimming redelijk goed nabootsen. Op goede momenten draaide ik die rollen tot bijna een half uur rond, totdat er een plas van een meter rond de fiets lag. Dat, samen met mijn redelijke basisconditie door het jarenlange sportieve misbruik van mijn lijf, moest volstaan op de puist te bestijgen.


Nu het tweede punt: het degelijke materiaal dat mij naar boven zou schieten. Men zou veronderstellen dat ik dan mijn racefiets zou aanpassen met de juiste versnellingen om die hellingen aan te kunnen.... maar dat deed ik niet!
De overijverige bloglezer heeft het een paar weken geleden al opgemerkt. Ik restaureerde een originele Franse randonneur tot een alles-aankunner met als kleinste verzet een 28-28, één op één dus. Daarmee zou het mogelijk zijn... Daarmee moest het gewoon worden gedaan, want dat was de fiets die ik absoluut terug wou laten rijden in zijn thuisland.

Goed, de vakantie naderde, en de eerste week ervan voltrok zich op zowat 80 km van de Ventoux (door het laattijdig boeken geen twee aaneensluitende weken meer gevonden). Ook daar kon ik mij heuvelsgewijs nog wat voorbereiden op de uitdaging van de tweede week. Maar eerlijk gezegd boezemde een nieuwe confrontatie mij enigzins angst in. Zou het nu wel lukken? Ik ben tenslotte ook weer 6 jaar ouder... Waarom koos ik opnieuw voor een fiets die het dubbel weegt van een carbon racefiets? Wanneer zou een geschikt moment zijn om hem te bestijgen? 's Morgens vroeg voor dag en dauw? In de late namiddag? Die vragen maalden aldoor in mijn hoofd...

De tweede dag van ons verblijf in Vaison dacht ik dat het wijs zou zijn om al eerst een verkennende rit te doen. Un peu d' exploration. Gewoon tot Malaucène, en dan de eerste kilometers van de beruchte en intussen gevreesde D974 eens bekijken. En dan snel terug om te analyseren.
Ik had tenslotte in week één van deze vakantie last gehad na een rit met 650 hoogtemeters over 45 km. 's Avonds had ik hoofdpijn, oorpijn en rillingen (het was dan ook 35°). Dat zorgde ook niet meteen voor een overdaad aan zelfvertrouwen... Zeker niet als je weet dat de Ventoux bijna driemaal zoveel hoogtemeters heeft, die niet mooi uitgestrekt liggen over 45 km, maar gepropt werden in een compacte klim van 21 km.

Ik nam twee drinkbussen met isotone drank mee (jaja, goed voorbereid: grenadine is wel lekkerder, maar blijft lang in mijn maag rondklotsen), en één kleine tube met energie-gel. Dat zou zeker moeten volstaan. Windvest zeker niet nodig, want we zouden maar eens gaan proeven. Ook niet smeren tegen de zon, want binnen de twee uren zou ik al terug zijn.

Tot Malaucène was het maar een klim van 100 meter, en die zou perfect zijn als opwarming. In Malaucène centrum was het een gezellige drukte, en die drukte zorgde ervoor dat ik een straat eerder afsloeg om aan de klim te beginnen. Niet juist dus... Weer terug naar beneden. Anderhalve kilometer extra. Maar geen erg, we zijn maar aan het verkennen. Nu op de juiste weg aangevat: de eerste twee kilometers hadden een stijgingspercentage van amper 4,5%. Die zou ik zowiezo al doen. Daarna een paar kilometers met iets meer stijgingspercentage: tussen 7 en 9,5 %. Ik nam mij voor om na 5 km klimmen om te draaien en terug te keren. Maar die eerste kilometers verteerden eigenlijk heel goed. Door tempo/hartslag onder controle te houden kon ik de klim beter volhouden. Mijn hartslag ging niet over 160, en dat was al een goed teken.



Hartslag 135. Dat is wel een tijdje vol te houden!


Net voordat ik zou omkeren, kreeg ik twee fietsers in mijn vizier. En ze kwamen dichterbij, en wel omdat ik sneller reed dan zij. Mijn trots en eergevoel speelde even op, en ik besloot om nog even door te rijden, en hen het achterste plaatje van mijn Brooks zadel te laten zien. Zo gezegd zo gedaan.


En toen kwam er ineens een stuk dat naar mijn gevoel helemaal niet zo steil omhoog liep. Als ik nu eens zou proberen om gewoon de helft te doen? Dan zou ik al een veel beter beeld hebben van wat mij later die week te wachten zou staan. Goed plan! Tot kilometer 10 had ik het eigenlijk redelijk makkelijk.

En lap, daar begon het spel opnieuw!! Ik was nu toch al zonder problemen in de helft geraakt... Zou de tweede helft ook nog zo vlot verlopen? Zou ik - nu het toch op wieltjes loopt - er niet gebruik van maken om ineens door te rijden? Dan zou het meteen gedaan zijn met plannen, zenuwachtig naar de weervoorspellingen kijken, mijn gezinsleden de stuipen op het lijf jagen, en wat weet ik nog allemaal... Natuurlijk, ik had geen "materiaal" bij: één tubetje met een vettig frambozenspul erin, en twee bidons die zelfs niet helemaal gevuld waren. Uit mijn vorige ervaring wist ik, of zou ik moeten weten, dat dat niet voldoende zou zijn.

En wat dacht u? Ik maakte weer de kapitale fout om zonder voorbereiding, gewoon op de wilden boef, lukraak, als bij toeval, par coincidence, par hazard... toch door te gaan. De tube energie-gel had ik ondertussen al gretig leeggezogen, en er was nog één volle drinkbus over. Dat zou zeker fout gaan... Tja, koppig manneke zeker?

Ik had net voor de helft al een bord gezien van een bolwerk, Station Mont Serein, en ik hoopte maar dat daar iets te eten of te drinken zou te vinden zijn! Anders zou het opnieuw vroegtijdig terug naar af zijn... Op kilometer 15 doemde een kruispunt op, en daarachter lag warempel een hotel-restaurant-bar! Mijn geluk! Ik vroeg aan de onvriendelijke niksnutten achter de toog of ze iets van isotone drank of sportdrank hadden, maar dat was niet het geval... Er passeren daar dagelijks slechts een paar honderd fietsers, en dan is het zeker niet de moeite om onderweg een beetje aan bevoorrading te doen!!!

Ik nam dan maar genoegen met een fles mineraalwater. Ik had nog een snack kunnen bestellen, maar qua energieniveau meende ik dat het nog wel zou lukken. Het was alleen de dorst die moest worden gelest.




Na deze tankbeurt was het nog 6 kilometers tot aan de top. Dat zou nu toch wel moeten lukken hé. Ik stelde het thuisfront even gerust dat ik toch een zotte toer aan het uithalen was; ik was tenslotte al een hele tijd weg, veel langer dan bedoeld en gemeld.


En de eerste drie van de laatste zes waren dan ook nog te doen ook. Wat er met die laatste drie ook zou gebeuren, ik zou ze oprijden verdomme! En ja, ze waren ook zwaar... ik voelde mij langzamerhand leeglopen. Maar dat was nu van geen tel meer, want ik zou het halen!!!



Kleine panne.... Mijn hartslagmeter gaf ineens geen teken van leven meer. Nochtans gisteren nog een nieuwe batterij in gestoken?! Ach, nu weten we het wel. Mijn hart zal nu toch wel een paar slagen harder slaan van de opwinding. Gelukkig gebeurde dat niet in het begin van de klim, want dan was ik zeker weer in het rood gegaan, met alle gevolgen vandien.

De laatste bocht. Er staan al een aantal auto 's langs de kant geparkeerd. De aanwezigen kijken amper om. Eén iemand kijkt eens naar mijn fiets. Zijn blik verried de gedachte wat iemand bezield om met zo 'n zware lompe fiets naar boven te komen rijden. Doe maar. Dat maakt mij alleen nog maar sterker!

Ik had zelfs nog de energie om zonder grimas langs het Observatoire te rijden, tot aan het bord waarop de exacte hoogte van de puist vermeld staat.







YEZZZZZ!!!! Het is gelukt! Gedaan met piekeren over hoe, wat, wanneer, of. Dit is ruim voldoende. Ik ben gewoon blij met deze prestatie. Ik moet niet zo nodig overmorgen opnieuw te klimmen via één van de andere dorpen. Er zijn er natuurlijk die dit nog vele malen overtreffen, maar dat vind ik niet erg. Dit was MIJN doel, en ik heb het eerder per toeval bereikt, omdat het even goed uitkwam.
Goed dat ik niet zou gewacht hebben tot het einde van de vakantie. Want als het dan falikant zou zijn afgelopen, dan weet ik niet of ik het nog ooit opnieuw zou proberen. Zo fel branden van ambitie doe ik ook niet.


Dit verlof kan al niet meer stuk! Nah!


Hier nog een aantal impressies:








Neen, hier ben ik niets gaan kopen!

zondag 15 juli 2012

Een vettige ontmaagding.

Met een randonneur die klaar is, moet natuurlijk gereden worden. En randonneurs rijden bij voorkeur lange afstanden. En lange afstanden rijden gaat het makkelijkst en aangenaamst via het knooppuntennetwerk. Je kan ook langs de grotere (gewest)wegen rijden, waar tegenwoordig redelijk goede fietspaden liggen. Maar dan zie je niets behalve wat er in de grote winkelketens te kopen valt. En moet je ook ogen op de rug hebben voor die allesverterende concurrent op de weg: den Otto. Eigenlijk is hij zelfs geen concurrent, want dan ga je nog van een bepaalde gelijkheid uit. In dit geval wint toch altijd de auto, dus kan je maar beter niet wedijveren...

Dus een mooi tochtje van ongeveer 90 km uitgestippeld, maar eerst nog een dag gewacht, want de Belgische zomer blonk de zaterdag al uit in afwezigheid. Zondag gaven de voorspellingen iets minder kans op douche. Vertrekpunt in Zemst, en zo oostelijk langs de rand van Brussel, onder Leuven door, en dan terug via Herent.



Rechts langs Brussel ligt Zaventem.





Op één serieuze plensbui na regende het niet, maar door het natte weer de laatste weken waren alle onverharde paden smeuiig en bezaaid met plassen. Daardoor werd het een wel erg vuile 'maiden trip' voor mijn laatste aanwinst. Maar als hij dit zou overleven, dan is hij wel meteen goedgekeurd.

De ketting knarste na een tijdje, omdat ik een goedkoop smeermiddel (van den Aldi!) gebruikt had. Nog iets later begon ook enig gepiep...

De tocht voerde mij onder andere langs Tervuren, waar het Afrika-museum ligt.




Het bos dat ik moest doorkruisen, hadden ze voor de gelegenheid omgetoverd tot een MTB-parkoer. Joepie...



Hoogtes en laagtes wisselden elkaar af. Dit pad zou beter Hellegat geheten hebben:


Constructiefout in gebouw gevonden langs de ring van Leuven: nooduitgang zonder bijhorende trap!


In elk geval gaf mijn nieuwe randonneur gedurende de hele rit geen kramp, zelfs niet op kasseistroken waar Parijs-Roubaix een biljartlaken tegen lijkt. Alleen een krassende en tsjilpende ketting, maar we weten al waaraan dat ligt..

Thuis zal er gekuist moeten worden! Maar laten we dat als mooie afsluiter beschouwen...

zaterdag 7 juli 2012

En we zijn weer vertrokken! Het verhaal van de Ruige Randonneur.

In oktober 2011 was mijn koppeke zo dol gedraaid, dat ik eens Parijs op en af ben gereden om een stel fietsen te gaan halen...

Niet zomaar gewone fietsen, maar originele Franse randonneurs. Die hebben onder andere de bijzonderheid dat de wielen geen 28 inch zijn, maar wel 650B. Dat is een maat die tussen die van een MTB en een standaard fiets in ligt. MTB is ERTRO 559, 650B is 584, en 28 inch is 622. Zo, nu weet je dat ook.

Mijn bedoeling was oorspronkelijk om de fietsen daar aan een goede prijs te kopen, en ze hier met een bescheiden winst verder aan de man brengen. Als dat zou lukken, dan kan ik mij wel een slechtere hobby voorstellen, dan om de zoveel tijd naar Frankrijk te gaan om in te kopen, en hier mijn goederen te verpatsen. Maar algauw had ik door dat ik vooral keek met mijn eigen voorkeuren in de ogen, en niet veel oog had voor de echte koopjes. En ik zou er waarschijnlijk ook niet makkelijk afstand van kunnen doen...

Ondertussen zijn we al een dik half jaar verder, en ben ik toch overgegaan tot de gedeeltelijke liquidatie van mijn fietsenverzameling. Ook de Fiat 500 heeft plaats moeten maken in de garage! Daardoor kwam er natuurlijk veel plaats vrij...

In elk geval is één van de twee randonneurs overgegaan naar een werknemer van fietshandel De Fietsenfikser. Het beste bewijs dat het toch speciale fietsen zijn, want Jan modaal keek er eigenlijk niet naar om.

Motoconfort, ondertussen ook alweer verdwenen.


De tweede randonneur had ik al een beetje gesloopt voor onderdelen voor de Beans bike. Daarna dacht ik dat ik hem best terug zou monteren om te verkopen, maar ook dat project bleef weer liggen.

Ik had dan wel de Beans bike gebouwd, maar die had gewone 622 wielen. En ik had nog altijd geen 650B...

Opeens zag ik hem voor mij: "mijn" versie van een Franse randonneur!! Niet te veel bling bling, niet perfect gerestaureerd, de banden die ik er altijd op wilde... en we zijn weer vertrokken voor een paar weken/maanden!

Hiermee ben ik vertrokken: een Manufacture Nord et Loire, gemaakt in St.-Etienne. Dit is/was een bedrijf dat ook wapens produceerde. Op het frame staat "61" ingeslagen. Heel waarschijnlijk het productiejaar. Het beestje is dus al 51 jaar oud.



Bij het demonteren bleek dat de trapas Franse draad (natuurlijk!) heeft. Dat is bij de gewone fietshandel een probleem in die zin dat ze zulke trapassen niet meer verkopen. Gelukkig heb ik mijn "connecties", en dus haalde ik bij Paul een NIB (new in box) Campagnolo trapas met Franse draad, en voorlopig een Shimano 105 crankstel, een 40-52. Vermits de wielen iets kleiner zullen zijn, kan dat wel meevallen. En als het niet goed is, dan komt er wel wat anders op.






Via het internet vond ik een adres van een hobbyist in Mortsel, vlakbij dus, die een zandstraalinstallatie heeft. Het is mijn bedoeling om een redelijk ruig ogende randonneur te maken. Het frame zal dus worden gezandstraald en daarna meteen gevernist. Zo gezegd zo gedaan. De zandstraler - laat mij hem voor het gemak Robin noemen - is een jongen die zich vooral in het auto-tuning milieu bezig houdt, en daarvoor regelmatig autovelgen zandstraalt. Dan zal een fietsframe wel een makkie zijn, denk je dan...
Toch liep zijn installatie net op mijn frame vast! Verstopte leidingen of iets dergelijks. En dus moest ik nog een dag langer wachten. Uiteindelijk kreeg hij zijn spel toch in orde, en moest ik mij thuis haasten om er snel de vernis op te zetten. Ah ja, we moeten de roestduivel voor zijn hé...




3 dikke lagen vernis later zag het frame er zo uit.



Spuitgast.





Ondertussen heb ik internetsgewijze niet stilgezeten: ik bestelde de Velo Orange Diagonale 650B velgen bij M-gineering in Nederland, en na veel omzwervingen en teleurstellingen een natte droom van een fietsband: de Grand Bois Hêtre 42-584 in het rood. Hiervoor moest ik wel tot in Parijs zoeken, maar uiteindelijk had En Selle Marcel nog net één setje liggen. Hierheen met die handel dus. Nu is het wel opnieuw wachten tot die bestellingen binnenlopen.

Ik kan al beginnen met trapas en vork opnieuw te monteren. De spatborden laat ik in hun gebruikte maar goede staat. De fiets mag dit keer niet te nieuw lijken. Mechanisch moet hij natuurlijk wel tiptop zijn!




Bij deze eerste trapas ging het al fout: de afstand tussen de twee lagerschalen was niet groot genoeg. Dan maar terug naar Paul! Maar nu kwam ik thuis met een as die al deftig ingesleten was... Slecht gekeken toen ik in zijn kelder stond. De derde as was wel de goede. Alleen is die zowat 130 mm lang, dus bedoeld om een triple crankstel op te monteren. Nu, dat is ook wat ik nu van plan ben. Deze fiets zou toch ook een goede range aan versnellingen moeten krijgen, alhoewel hij vanachter maar 5 kransjes heeft. Als het wat zou meevallen, dan zou ik hem willen meenemen naar Frankrijk, om daar wat bergen mee te pikken. En daarvoor moet je klein kunnen ronddraaien hé.

De montage van de bestaande vork met het bestaande balhoofd verloopt vlot. Het stuur komt van mijn oude racefiets, waarop nu een recht stuur staat. De stuurpen is ook een aankoop van bij Paul, want de originele vond ik wat kort.




Een nieuwe trapas monteren is een fluitje van een cent. Gewoon overvloedig veel vet gebruiken, en net spelingvrij afstellen. De oude spatborden een beetje opgekuist, en terug monteren. De bagagerekjes zijn wel wat roestig, en het doet pijn om een redelijk "vuil" onderdeel opnieuw te monteren, maar dat was nu net de bedoeling, niet om weer een fonkelnieuwe fiets te bouwen. Dat heb ik verleden jaar al gedaan. Het is een neiging waartegen ik al mijn hele restauratieleven moet vechten: ik probeer altijd van iets ouds iets helemaal nieuw en perfect te maken, maar telkens moet ik daar gefrustreerd van terugkomen, omdat dat gewoon niet lukt.




In elk geval: even doorbijten, en hopen dat ik tevreden ben van het resultaat.

Vandaag zijn de velgen al binnengelopen, amper twee dagen na verzending. Mooi, glanzend alu!! Natuurlijk veel te glanzend voor deze fiets, maar de glans zal er na een tijdje wel wat af gaan... Nu komt de zoektocht naar spaken met de juiste lengte. Ik heb ze al gezien in een webshop in Nederland, maar ik zou graag de wielen gewoon binnensteken bij Achielle de fietsenmaker, en ze mooi gespaakt terug uithalen. Hopelijk heeft hij de juiste lengtes...

Natuurlijk heeft Achielle geschikte spaken liggen, en na het weekend mag ik de wielen gaan afhalen. Mooi werk: strak gerichte wielen. Toch een klus waar je zonder goed materiaal best niet aan kan beginnen. Vlug de Grand Bois banden erop leggen! Man dit is mooi. Al zovele malen op foto 's uit een ver buitenland gezien, en nu echt op mijn eigen fiets. Ik ben blij...

De 5-speed casssette maakt uiteindelijk plaats voor een 6-speed van Shimano, maar oude stock. De grootste ring vanachter is een 28, en met de 28 tanden vooraan geeft dat een verhouding die elke berg moet aankunnen.


  
Al eens kijken hoe het oogt met de oude stalen wielen!





Hier bereikt meneer al een beetje zijn eindpunt. Alhoewel, ik blijf er meestal maandenlang kleinigheden aan veranderen. Dat maakt het net zo plezant: het streven naar perfectie/zo goed mogelijk.

Ondertussen is het zadel (een Idéale 46, dat hoort zo op een franse randonneur. Al neigt mijn gevoel toch weer naar een Brooks...) al waterpas gezet. Ook de remgrepen heb ik een beetje naar beneden geplaatst. Daarvoor moest het voorlopig goedkope stuurlint even los. Het dubbele crankstel zal ik vervangen door de triple van Solida die ik ondertussen via Ebay voor een mooi prijsje op de kop heb kunnen tikken uit de Pyreneeën.

Ook heb ik via M-gineering in Nederland een setje Guidonnet-remgrepen besteld, want in de grote en drukke stad rijden met race-remgrepen valt niet mee. Dat is een constant gejongleer van boven naar beneden op het stuur. En soms is het echt nodig dat ik snel stil sta. Anders lig ik misschien heeeel stil... Ik vind het persoonlijk ook mooier als de remkabels niet zo de lucht in steken, maar discreet langs het stuur naar beneden draaien.



De Brooks zadeltas komt van een Raleigh Sports die toch maar hangt te hangen. Ik vind dat ze hier wel mooi op haar plaats hangt. Wie weet wordt ze binnenkort wel vervangen door een echte Gilles Berthoud... Als de prijs een beetje normaal is!

De ijzeren rivetten van het Idéale zadel houden het lederen dekje niet meer zo goed vast. De vriendelijke collega had er al twee popnagels in genepen, maar mooi kunnen we dat niet noemen. Daarom best de hele handel vervangen door koper.


Ik heb al drie lagen zadelvet onder het zadeldek gesmeerd, om 50 jaar gebrek aan onderhoud te compenseren. Het vet trekt enorm goed in als je het zadel op hoge temperatuur bewaart. Wanneer het broodje van de dag gebakken was, ging het zadel dus in de oven terwijl deze afkoelde. En het moet gezegd: het zadel drijft nu van het vet!



Om de koperen rivetten in de hameren heb je speciaal materiaal nodig, maar de hulp van de zoon doet bijna hetzelfde. Twee handen zijn gewoon te weinig om een hamer, een zadel en een schroevedraaier vast te houden, en dan ook nog eens druk uit te oefenen. Ik vind dat het resultaat er mag zijn. Het dek is nu bijna zwart, maar met het gebruik zal het opnieuw wat lichter worden, als het zadelvet in mijn bilvet binnendringt...



Vanmorgen (een zaterdag) extra vroeg opgestaan om het dubbele crankstel te vervangen door een triple. Ik bespaar u het geleuter over JIS en ISO maten, maar het komt erop neer dat de pedaalarmen niet ver genoeg over de as raken. De vierkante gaten moeten dus een beetje uitgevijld worden. Na deze behandeling passen ze perfect. Er zit wel een redelijk brede as gemonteerd, maar dat zal wel geen problemen opleveren.

De attente lezer zal ondertussen al opgemerkt hebben dat er moderne SPD-pedalen gemonteerd zijn in plaats van pedalen met haken en riemen. Die lezer moet weten dat ik graag met MTB-schoenen rijd, en dat ik niet zozeer een purist ben, maar eerder een praktist. Of zoiets.



Paul heeft mij ook een Sachs Huret derailleur gegeven die een triple crankstel aankan. Ook die past perfect, en schakelt moeiteloos.




Zo, nu moeten alleen nog de remgrepen aangepast worden, maar de levering uit Nederland is nog niet binnengelopen.



Mijn eerste echt Franse randonneur is nu wel bijna afgewerkt. Ik ben content dat hij mee op vakantie naar Frankrijk kan. Wie weet sleur ik hem wel mee de Mont Ventoux op, tussen al die Weight Weenies met hun carbon racefietsen. Ze zullen rare ogen trekken. Vooral als zou blijken dat ik de top haal....






Ondertussen zijn ook de guidonnet remgrepen binnengelopen vanuit Nederland. Ze vervangen de Mafacs. In een stad als Antwerpen is het toch belangrijk dat je snel bij de remmen raakt. En het is ook strakker zo, zonder de 'antennes' van remkabels...


Zo is ie klaar. Tot de volgende wijziging natuurlijk...